Er zijn van die dagen, waarop je het gevoel hebt dat je de hele wereld aan kan. Of dat je benen zo goed voelen, dat ze je overal naartoe kunnen brengen, waarheen je maar wilt. Dit is een van die dagen.
Afgelopen winter was het me niet gelukt om over de hoge kliffen van Ravenscar bij Robin Hood’s Bay te wandelen. Ik had de energie niet meer en de busverbindingen sloten niet aan op de plekken waar ik was gebleven. Dus heb ik Ravenscar met pijn in mijn hart overgeslagen en ben vanaf Cloughton naar Scarborough gelopen. Nu ik bruis van de energie en toch een dag over heb, omdat mijn ferry terug naar Nederland morgen pas gaat, besluit ik vandaag Ravenscar te doen. Mijn B&B is in Burniston, een dorpje tegen Cloughton aan, met prachtig uitzicht over de velden richting Scarborough.
Na eerst de kerk van Cloughton te hebben bezocht, waar een paar lieve mensen me volstoppen met cake, thee en goede wensen, besluit ik over de Cinder Track naar het noorden, naar Ravenscar te lopen en dan terug langs de kustlijn naar Cloughton. De Cinder Track is een oude spoorbaan wat nu een wandel- en fietspad is. Van Cloughton naar Ravenscar is het bijna 10 km. Het is een wat saaie route, omdat het vrij rechttoe rechtaan naar het einddoel loopt, met weinig zicht op de omgeving. Maar een voordeel is, dat het maar heel langzaam stijgt, het pad vrijwel vlak is en je daardoor makkelijk voortgang kan maken. Dat betekent voor mij zo’n tweeënhalf uur stug doorlopen. Voordeel van dit pad is ook dat het beschut is. Er worden vandaag wat buien met onweer verwacht, dus ik hoop dat ik hier kan schuilen tegen de ergste buien. Gelukkig vallen ze uiteindelijk steeds op andere plekken, dan waar ik me bevind. Ik hoor af en toe wel wat gerommel in de verte, maar daar blijft het bij.
Heel fijn is, dat er bovenaan op Ravenscar een (populaire) Tearoom is, waar ze heerlijke vers gebakken taarten, cakes, koekjes, sandwiches en tosti’s serveren. Ondanks dat de Rocky Roads en Lemon Drizzle Cakes het water in mijn mond doen lopen, kies ik toch voor een gezonde lunch van kaastosti’s en salade. Ik weet nog niet wat ik vanavond te eten heb, dus kan ik maar beter iets voedzaams tot me nemen.
Vanaf hier wordt mijn wandeltocht echt leuk. Eerst loop ik nog door naar het hoogste punt van de Ravenscar kustweg, zo’n 200 meter hoog, maar helaas wordt het uitzicht geblokkeerd door begroeiing. Dan maar rechtsaf het kustpad weer op. Gelukkig krijg ik daar wel zicht op de mooie baai van Robin Hood’s Bay, waar ik begin dit jaar zo’n bijzondere ontmoeting had met Sue en de zeehonden van dichtbij heb gezien. Herinneringen… De hele oostkust zit er nu vol mee. Mooie maar ook heel heftige, waarbij ik met mezelf werd geconfronteerd. Dieptepunten, maar vooral heel veel hoogtepunten. Ja ik moet mezelf soms pushen om door te gaan, maar meestal barst mijn hart van zo’n diepe vreugde, voldoening en vrede, die ik niet vaak ergens anders ervaar. Nergens ben ik zo ‘at peace with myself’ of ‘in sync’, als op een Brits kustpad. Het maakt me intens dankbaar en gelukkig.
Op het kustpad lopend naar het zuiden, word ik onverwacht getrakteerd op uitbundige zonneschijn. Alleen… vanmorgen meende ik, dat het niet nodig was om me in te smeren met zonnebrandcrème, omdat ik buien verwachtte. Nu begint het, uit de wind en in de zon behoorlijk warm te worden. Met wat creativiteit zorg ik ervoor dat mijn nek en armen niet verbranden. Ik hang mijn vest aan over mijn hoofd, zodat ik aan de rechterkant, waar de zon heet op mijn arm brandt, schaduw heb. Op een gegeven moment sta ik stil van ontroering. Na een tijdje langs struiken en weilanden te hebben gelopen, opent het landschap zich als een schilderij voor mijn ogen. Door mijn verhoogde positie op de flank van Ravenscar, op zo’n 130 meter hoogte, kan ik mijlen ver langs de kust kijken.
Wat is dit adembenemend mooi! Ik kan het kasteel van Scarborough en zelfs Flamborough Head in de verte zien liggen! Wat een geweldige verrassing. Het geeft me een enorme boost van zelfvertrouwen dat ik het hele kustgedeelte dat ik voor me zie helemaal heb gelopen. Maar dan hoor ik gerommel van onweer in de verte en voel de toenemende druk om door te lopen. Ik hoop voor de bui losbarst bij een kloof met een waterval en restaurant te komen. Gelukkig hoef ik het prachtige uitzicht niet achter te laten, maar blijft het me vergezellen als ik verder ga.
Bij de kloof van Hayburn Wycke aangekomen wordt het drukker. Het is duidelijk een toeristische trekpleister. Maar het watervalletje stelt werkelijk niks voor. Misschien dat het in de herfst en winter spectaculairder is. Voor mij is het niet genoeg reden om er helemaal voor naar het strand te klauteren. Gelukkig blijven de buien toch op afstand en met nog zo’n 6 km te gaan, ga ik na een korte rustpauze snel weer op pad. Vanuit de kloof steil bergop, maar minder heftig dan aan de noordkant van de kloof waar ik vrij makkelijk over een serie trappen kon afdalen. Terugkijkend geniet ik weer van het zicht op de route die ik heb afgelegd met de kloof van Hayburn Wycke en de stijgende rug van Ravenscar.
Het laatste stuk is zwaar. Mijn voeten en benen doen pijn. Ondertussen weet ik uit ervaring dat ik beter niet te lang ergens kan gaan zitten. Dus als ik een bankje tegenkom, laat ik even mijn benen bungelen en ga na een paar minuten weer door. Het begint ook etenstijd te worden. Mijn maag laat weten dat het wel wat inhoud kan gebruiken. De dorpjes hier zijn te klein voor een winkeltje helaas, maar er zijn wel een paar pubs. Ik denk erover om bij de Three Jolly Sailors in Burniston een hapje te gaan eten. Maar daarvoor moet ik een kilometer omlopen. Daarbij ben ik bang dat als ik daar ga zitten, ik niet meer van mijn plek kom. En zeker niet de anderhalve kilometer heuvelop naar mijn overnachtingsadres. Omdat lopen steeds moeizamer gaat, besluit ik meteen naar mijn B&B te lopen, zonder eten. Hopelijk kan ik daar wat te snacken vinden. Hongerig maar zeer voldaan kom ik daar aan, na een bumpertocht van ruim 23 km! Wat een fantastische afsluiting van mijn hike over het Yorkshire Coastpath!!