Op de landtong Filey Brigg begint of eindigt de Cleveland Way, het is maar hoe je hem loopt. Afgelopen winter zag ik het niet zitten om dit laatste stuk van Scarborough naar Filey Brigg te lopen. Al was het maar omdat je (zoals de B&B eigenaar in Scarborough zei) ‘eindigt in de middle of nowhere’ en je nog een paar kilometer moet lopen naar Filey om bij een bus- of treinstation te komen. Het was maar beter ook, merk ik vandaag. Want dit gedeelte heeft veel hoogtemeters.
Vandaag heb ik, in tegenstelling tot afgelopen winter, genoeg energie, ook al heb ik slecht geslapen. Vannacht werd ik wakker van de krakende vloeren en slaande deuren in de gangen van het hotel. Op een gegeven moment dacht ik zelfs dat er iemand op de krakende vloer voor mijn deur stil stond. Het slot op mijn deur zag er niet bijster betrouwbaar uit, dus ik was bang dat er elk moment iemand binnen kon komen. Gelukkig gebeurde er niks. Om een uur of 6 besloot een meeuw vlak voor mijn raam een uur durend krijsconcert te geven, waardoor ik geen oog meer dicht deed. Al met al een rusteloze nacht. Ook het ontbijt is niet om over naar huis te schrijven. Laten we zeggen dat er veel uit blik afkomstig is. Gelukkig verblijf ik hier maar één nacht. Zodra ik het kustpad op stap in een fijn zonnetje, is alle ellende vergeten. Vandaag loop ik het laatste stuk, ruim 10 km, van Filey naar Scarborough, tot het punt waar ik afgelopen januari was gebleven.
Op Filey Brigg staat een kunstwerk om het begin/eindpunt van de Cleveland Way te markeren. Maar vandaar kun je ook nog helemaal naar het eind van de landtong naar beneden lopen. En omdat ik er zin in heb vandaag en ik graag wat dichter bij de zee wil kijken, loop ik zover als het pad gaat. Aan het eind staan een paar mannen met grote kijkers op statieven. Ik vraag of ze wat interessants hebben gezien. ‘Ja zeker! Er zijn dolfijnen in de baai.’ Ik pak ook mijn verrekijker erbij en zie inderdaad een groepje dolfijnen vlak voor de landtong de baai in zwemmen. Het lijkt een zelfde soort, die ik eergisteren ook heb gezien voor de kust bij de North Landing van Flamborough Head. Dus ik vraag of het geen bruinvissen zijn. ‘Nee hoor het zijn dolfijnen. Maar helaas worden ze door de toeristen verstoord.’ Er vaart een bootje met een aantal mensen erin richting de groep dolfijnen. De man zucht. ‘Ik zag ze net ook al ergens varen waar ze niet mogen komen. Ik zal het weer rapporteren aan de kustwacht. Dit soort dingen gebeurt steeds vaker tegenwoordig. Ze verstoren de vogels, de vissen en de dolfijnen, het is echt een probleem.’ De man is duidelijk gefrustreerd. Ik bedank hem voor zijn moeite en ga snel weer verder, want mijn tocht is nog maar net begonnen.
Vanaf hier volgt een prachtig gedeelte over hoge, bruinkleurige kliffen. Dit is weer de soort klei-achtige grond, die makkelijk afbrokkelt (net als bij Withernsea en Hornsea). Ook is dit de ondergrond die in de winter als het erg nat is, verandert in een grote glijbaan. Nu is de grond fijn droog en hard. Geweldig om over te lopen. Dus als je ooit overweegt om de Cleveland Way te gaan lopen. Ga in een droog seizoen! Dat geeft zoveel meer plezier. Meer tijd om te genieten van de mooie omgeving en minder zorgen over hoe je het volgende gedeelte van de route in vredesnaam moet overbruggen. Het eerste stuk, voordat de vakantieparken beginnen is het vrij rustig op het pad. Ik geniet van dit stukje kust en ga een tijdje op een uitstekende rotspunt in het gras zitten. De kalme zee, de vogels, het zuchtje wind, de wolken waar de zon geregeld tussendoor piept, het is zo’n perfecte dag! Ik voel me intens blij, vredig en gelukkig. Zoals zo vaak als ik op het kustpad loop. Alsof ik hier pas echt tot mijn recht kom, tot leven zelfs. Hier kan ik helemaal mezelf zijn, zonder me druk te hoeven maken over dagelijkse beslommeringen en menselijke conventies. Het maakt me dankbaar.
Zodra ik in de buurt van de vakantieparken vlakbij de hoogste kliffen van Cayton Bay kom, wordt het drukker op het pad. Veel mensen lopen over het kustpad naar het strand van Cayton. Ik verbaas me erover wat mensen allemaal meeslepen. Tassen vol strandspeelgoed, handdoeken, e.d. Op een gegeven moment zie ik zelfs een familie een buggy over het klifpad duwen. En als dat niet meer lukt, tilt een man de buggy op compleet met slapende peuter erin. Hij sleept hem helemaal naar het hoogste klif van zo’n 80 meter hoog. Als ik later beneden bij de baai van Cayton in een cafeetje een koffie koop, zie ik de familie aankomen. De peuter ligt nota bene nog steeds te slapen in z’n buggy! Ongelofelijk.
Het laatste stukje naar de stadsgrens van Scarborough is een makkie over een geasfalteerde weg. Vandaar neem ik de bus naar het centrum. Gisteravond ben ik nog lang bezig geweest om accommodatie te vinden voor de komende twee nachten. Ik wilde liever niet weer in Scarborough overnachten, omdat het er zo toeristisch is. Maar er is sowieso nauwelijks een betaalbare B&B te vinden. Dus heb ik op Google Maps de hele omgeving afgezocht naar privé B&B’s die niet op Booking of AirB&B staan. Als een lot uit de loterij vind ik er eentje in Burniston voor £63 per nacht, incl. uitgebreid ontbijt. Op de grens van de North York Moors, maar nog steeds vlakbij de kust. Ik weet namelijk nog niet wat ik de laatste dag zal doen. Of naar de heide van de moors, die nu prachtig bloeit, of nog een laatste stukje kustpad (van Ravenscar naar Cloughton) lopen, wat afgelopen winter niet was gelukt.
Wat is dit genieten! Het laatste weekend kan ik me nog even wentelen in de wat ouderwetse Engelse B&B. Ik vind er een warm en gastvrij onthaal, een heerlijk bed, een fijne en-suite doucheruimte en ’s ochtends een vers gebakken full English breakfast. De eigenaar vertelt me in de ochtend dat zijn B&B na mijn boeking nog helemaal is volgeboekt. Wat heb ik geluk gehad. God zij dank!