Gisteren heb ik echt een beetje te gek gedaan. Vandaag moet het anders. De hoofdpijn is niet weg, maar met paracetamol goed te onderdrukken, bovendien hoef ik vandaag geen zware rugzak te dragen, omdat ik nog een nacht op hetzelfde adres in Hornsea blijf.
Rustig aan is het devies. Over het strand is het makkelijk lopen. Het is om 10 uur hoogwater geweest, en waar het water is weggetrokken is het zand altijd wat steviger, dus dat loopt fijn. Met de ontzettend aardige B&B eigenaars, die wel wat bezorgd zijn over mijn toestand, heb ik besproken waar er plekken zijn waar ik het strand af kan langs de kust naar het Noorden. Ik ga dan rustig over het strand lopen, beetje pootje baden, misschien zelfs zwemmen en zie wel hoe ver ik kom.
Allereerst neem ik een goeie bak koffie in de Floral Hall & Cafe (soms krijg ik namelijk ook hoofdpijn door een gebrek aan cafeïne, dus om dat uit te sluiten…). Daarna het strand op. Het is heerlijk rustig, nauwelijks golven en een aangename temperatuur. Perfect wandelweer! Al gauw kom ik een visser tegen, die zijn gevangen makreel aan het schoonmaken is. Hij heeft een tas vol gevangen. “Het was uitwerpen en inhalen” vertelt hij, “I couldn’t help myself” en nu maakt hij ze maar gelijk schoon en haalt de ingewanden eruit. Klaar om thuis te bakken of in te vriezen.
Als ik verder loop, hoor ik steeds sternen die in het water duiken, ook op zoek naar een lekker visje om te verschalken. Ik neem de tijd om ze te bewonderen door mijn verrekijker en zie ook nog zeekoeten en alken op het water dobberen en duiken naar vis. Het is duidelijk visrijk water hier. Ook de oeverzwaluw doet het hier goed te oordelen naar de vele nestholtes die in de kleikliffen zitten.
Gelukkig neem ik (sinds mijn eerste solo tocht) ook altijd een paar andere zooltjes mee voor in mijn schoenen. Dat is nu een uitkomst, want door de andere zolen, heb ik andere drukpunten onder mijn voeten en zo een stuk minder last van de blaar. Of gewoon schoenen uit en door het water lopen, helpt ook.
Op sommige plekken zie ik in de kleiwand al wat kalkafzettingen, uitlopers van de krijtrotsen die verderop langs de baai hoog boven de zeespiegel oprijzen. Het biedt ook een prachtige schaduw plek, waar ik op het heetst van de dag even uit de zon kan zitten en eten.
Dit gedeelte van het strand is super rustig en even twijfel ik of ik zal gaan zwemmen. De watertemperatuur is prima , maar door de kleilaag in de kliffen en op de strand is het water erg troebel. Dat ziet er niet erg aanlokkelijk uit, dus toch maar niet zwemmen. Pootje baden is ook lekker. Omdat er behalve de vogels weinig te zien is, wordt mijn oog getrokken naar een vreemd object in het water. Als ik dichterbij kom, zie ik dat het een golfkart is. Neergestort vanaf de golfbaan die bovenop het klif ligt. Maar al wel een tijdje geleden zo te zien.
Dat was wel de grootste belevenis op het strand vandaag, want verder is het, naar mijn mening, toch wat saai. Maar ik voel me eigenlijk best goed en besluit naar het verste punt te lopen, naar Barmston. Zo’n 10-12 km vanaf Hornsea. Daar kan ik makkelijk het strand af en er is een bushalte redelijk dichtbij het strand. Landinwaarts lopen is nu weer leuk omdat het een ‘change of scenery’ oplevert. Zoals boeren die druk zijn met graan oogsten.
Het dorpje Barmston heeft een liefelijke uitstraling, met veel ‘cosy cottages’, een oude pub en nog veel oudere kerk.
Omdat ik toch nog tijd over heb, loop ik anderhalve kilometer verder langs de hoofdweg naar de kerk. Gelukkig is hij nog open, al komt de man die de deur dicht gaat doen tegelijk met mij aan. Maar hij is zo aardig om mij nog even te laten rondkijken.
Het is een historisch kerkje uit de 12de eeuw en de wat stoffige, donkere sfeer trekt me meteen in een andere wereld. De kleurrijke glas-in-lood ramen leggen een warme gloed over de banken en het altaar. Ik geniet ervan om hier in de koelte van dit Godshuis even tot rust te komen. Maar ik wil de sleutelbewaarder niet al te lang laten wachten, dus na een minuut of 10 sta ik weer buiten. Als ik terugloop naar de pub in het centrum van het dorp (waar de bushalte is) haalt hij me in. Hij vraagt waar ik naartoe ga. Ik vertel dat ik het kustpad naar het Noorden loop, naar Scarborough. “O, dan kom je ook vast door Bridlington. Daar moet je echt St. Mary’s Parish Church bezoeken, die is ook heel mooi!” “En ook open hoop ik?” “Jazeker, tot 4 uur ’s middags”, zegt hij. “Nou dan moet ik zorgen dat ik op tijd ben”, lach ik. “Bedankt voor de tip!” We praten ook wat over zijn bezigheden en hoe hij sleutelbewaarder is geworden. Echt zo’n leuke ontmoeting, die het wandelen in je eentje zo waardevol maakt.
Terwijl ik op de bus sta te wachten, zie ik een informatiebord, waarop te zien is hoeveel van de kust en hoeveel dorpen inmiddels in zee zijn verdwenen. Dat zijn er nogal wat. Het lijkt me ontzettend deprimerend om te moeten leven met de gedachte dat je elk jaar een stukje van je land verliest of zelfs je huis in zee kan zien storten. Over leven met de dag gesproken. Opeens wordt ik uit mijn gedachten opgeschrikt, omdat ik de bus aan zie komen. ‘Not in service’ staat erop, maar er zitten veel mensen in, waarvan een deel er wordt uitgelaten. Ik steek mijn hand op dat ik graag mee wil, maar hij rijdt me gewoon voorbij! En het is de laatste bus! Even slaat paniek toe, maar meteen gaan ook mijn hersen raderen in overdrive. Wat nu? Ik kan niet helemaal teruglopen. Misschien kan ik Sharon, de B&B eigenaar vragen om me op te halen? Ik stuur haar meteen een berichtje en ze zegt dat ze net klaar is met haar werk en wel kan doorrijden om me te halen. Een paar minuten later zie ik een andere bus het dorp in draaien. Wel gewoon met een nummer en Withernsea erop. Misschien kan ik toch nog mee! En ja, gelukkig stopt deze wel en kan ik met de bus terug en Sharon weer bellen dat het niet nodig is mij te komen redden. Pfieuw, dat was even spannend.
Het is nogal een lawaai als ik ’s avonds de Marine pub aan de promenade in stap voor een warme maaltijd. Ik voel me niet al te moe, stukken beter dan gisteren en heb na drie dagen koude (pasta) salades wel zin in iets warms. Het lijkt wel of er een live band speelt, zoveel geluid komt er uit de achterste deel van de pup. Als ik door loop naar achteren, zie ik dat het een plaatselijk ukelele clubje is. Blijkbaar houden ze hier hun wekelijkse oefenavond. Ik vind het geweldig, zoiets kun je alleen in een Britse/Ierse pub tegenkomen.