Er zijn een aantal beslissingen die ik moet nemen vandaag. Om te beginnen: ga ik over het land lopen of over het strand?
Voor het strand moet het eb zijn anders kom ik vast te zitten tegen de kliffen, en de vraag is of ik wel naar boven kan komen als ik ervan af wil (bij een dorpje bijvoorbeeld). Op het strand is vrijwel geen schaduw te vinden. Daarbij waait er een aangenaam windje uit het westen, en ben ik bang dat die op het strand niet voelbaar is door de kliffen (aan de westzijde), waardoor het daar nog heter kan worden en het wordt weer zo’n 27, 28 °C vandaag. Dus besluit ik over het hoge land te gaan lopen.

Dan is er het punt van de bus naar Withernsea. Net buiten het dorp Holmpton zou een bushalte moeten zijn, maar ik zie geen paal met een bordje eraan. Als ik het navraag blijkt het gewoon om twee grote tegels in het gras te gaan, daar moet je op gaan staan. Het is maar dat je het weet. En hij rijdt maar vier keer op een dag. Volgens de dienstregeling vertrekt er een om kwart over 10 naar Withernsea. Dat is wat laat naar mijn zin, maar ja, als ik het moet lopen doe ik er ruim een uur over. Bovendien zijn het weer extra kilometers.

Ruim op tijd sta ik bij de ‘bushalte’. Om half 10 komt hij eerst langs om verder naar het zuiden richting Spurn te gaan en omdat ik daar gisteren niet naartoe kon, vraag ik de chauffeur of ik alvast in mag stappen. Hij vindt het goed en zo kan ik toch de dorpjes langs de Humber delta nog bewonderen en iets van Spurn zien. Ik zit wel een uur in de bus – wat anders maar een kwartiertje geweest zou zijn – maar ik heb zo een leuk ritje gehad.

Omdat ik nu vrij laat start met lopen, wil ik liefst zo snel mogelijk vanuit Withernsea naar het noorden. Het wordt sowieso een uitdaging, omdat veel paden en wegen afgebroken zijn, in zee gestort zeg maar. Bovendien heb ik gisteren een beginnende blaar opgelopen onder mijn voet – waar ik zelden last van heb – Gisteren heb ik een tijd op blote voeten over het strand gelopen, zo hoopte ik de blaar te voorkomen, ik hoop dat het met een blaarpleister erop goed gaat vandaag.

Het eerste stuk bovenlangs de klifkust gaat prima tot een caravan park. Daarna begint het pad vinden en zigzaggen langs de kust. Het aardige is dan weer dat ik door allerlei dorpjes kom met mooie kerkjes en gezellige huizen en vast ook wel een pub of een winkeltje hier of daar (dacht ik), waar ik iets te eten of drinken kan krijgen. Dat laatste blijkt een misrekening te zijn. De dorpjes zijn schattig, maar er is bijna geen levende ziel te bekennen en al helemaal geen winkeltjes of pubs.

Gelukkig heb ik een stevig Engels ontbijt op, dus ik kan er wat eten betreft wel even tegen, maar water wordt op een gegeven wel een dinge. Het is erg heet en de zachte, aangename wind zorgt ervoor dat ik meer water verlies dan ik in de gaten heb. Op een gegeven moment voel ik hoofdpijn opkomen, wat een waarschuwing is. Mijn voeten zwemmen van het zweet in mijn schoenen, dus steeds als ik een bankje zie, trek ik ze even uit om m’n voeten te laten drogen.

Na een paar kilometer langs een – wat ik dacht rustig – landweggetje te hebben gelopen, maar een druk bereden route voor plaatselijk verkeer blijkt te zijn, kom ik aan in Garton. Een dorp dat weinig voorstelt. Het is een doorgaande weg langs vier huizen en je bent er doorheen. Maar er staat wel een mooie, historische kerk daterend uit het begin van de 13de eeuw. Hij zou open moeten zijn, want er staat een bord in de hal: “elke dag open tot 4 uur PM” en het is nog geen 4 uur. Toch zit hij dicht. Een beetje teleurstellend, maar gelukkig kan ik ernaast een tijdje in de schaduw zitten. Ik zou van hier dwars door het veld – op zich leuk – naar het volgende dorp kunnen lopen, maar mijn water is op, m’n voet doet vreselijk pijn – door de blaar – en ik ben begonnen met paracetamol innemen tegen de hoofdpijn. Dus het lijkt me niet verstandig om dan vol in de zon over net gemaaide akkers te gaan lopen. Daarbij komt de bus naar Hornsea ook door Garton, dus is een beslissing snel gemaakt. Ik neem de bus verder naar Hornsea.

Daar aangekomen doe ik nog wat boodschappen voor ik – op m’n tandvlees met knallende koppijn – door het stadje naar mijn B&B adresje loop, 15 km op een hete dag als vandaag is meer dan genoeg, misschien zelfs teveel.