Gisteren las ik een verontrustend zinnetje in een info brochure over het Fife Coastal Path, namelijk dat het goed geasfalteerd is. Voor mensen met een handicap super fijn, maar geef mij maar zompig gras, keien en rotsblokken op mijn pad! Gelukkig voor mij is het kustpad niet in z’n geheel geasfalteerd. Er zijn ook grintpaden en zelfs af en toe een bruin, vochtig bospad, maar dat het de wandelaar makkelijk wil maken, is duidelijk.
Ik start vandaag in Inverkeithing en wandel naar Burntisland, waar mijn B&B is. Het eerste wat me opvalt als ik bij de kust kom, is de roep van de wulp. Hij ziet er wat apart uit met z’n kromme snavel, maar z’n zang is ongeëvenaard mooi! Ik vind hem het mooiste van de wadvogels, qua zang dan. Hij roept z’n eigen naam in het Engels: Curlew! Curlew! Met de klemtoon op de tweede lettergreep. En hij zingt met melodieuze, ronde, rollende klanken die ver over het water dragen. Prachtig, ik word er meteen vrolijk van. Een geluid dat ik mis vanmorgen, is de branding. Er zijn namelijk geen golven! Ik weet niet of het aan de wind ligt, of de stroming, het wordt misschien eb (want in deze enorme riviermonding heb je ook getijden). Ik mis het. Gisteren, toen ik aan de andere kant van de Forth liep, dacht ik op een gegeven moment dat iemand grint aan het scheppen was, ofzo. Heel regelmatig hoorde ik steeds ’tsjie, tsjie’. Maar het bleken kleine golfjes te zijn die met een klein rollertje op het grint strand smakten.
Het is vandaag schitterend weer! Blauwe lucht, veel zon, en een westenwindje (dus windje mee). Gelukkig zijn veel stukjes bos waar ik doorheen kom, want continue in de zon lopen, vind ik niet prettig. Langs het pad groeien veel meidoorns, die nu allemaal vol zitten met rode bessen en kleine zangvogeltjes, zoals roodborstjes. Dat wordt straks in de winter smullen voor ze! Het kustpad kabbelt rustig voort en komt langs baaien en fraaie huizen. Jammer is, dat langs de hele route vrijwel alleen prive tuinen liggen. Geen leuke haventjes, maar wel veel ‘private, keep out!’ bordjes. Ik had mijn hoop op Aberdour gevestigd, want gehoord dat het een mooi stadje zou zijn. Nou dat valt behoorlijk tegen. In Aberdour hebben ze zelfs privé straten!
Ik heb ondertussen ook wel zin in een kop koffie of thee, lekker op een terras aan het water. Maar nergens langs de route is iets te vinden, tot Aberdour dan, maar daar zitten de Inns en pubs allemaal aan de doorgaande weg, zonder terras en aan het water staan alleen de dure huizen. Ik word er gewoon chagrijnig van.
Ik loop maar snel door tot ik bij het jachthaventje kom en niet verder kan. Tijdens de laatste heftige storm is de voetbrug over een riviertje weggespoeld. Op de kaart bekijk ik mijn opties. Eigenlijk zou ik dan helemaal terug moeten lopen, heuvelop naar de hoofdweg! Daar heb ik echt geen zin in. Het riviertje is eigenlijk niet meer dan een beek en een stukje stroomopwaarts zie ik dat mensen er wat stapstenen in hebben gelegd, zodat je er overheen kunt. Natuurlijk ga ik daar ook langs. Ik moet dan wel door de meidoorns, brandnetels en bramen heen navigeren, maar met wat schrammen hier en daar lukt dat best. De stenen in de beek zijn blijken glad te zijn. En als ik mijn rechter voet erop zet, glijdt hij weg, en plonst in het water. Terug kan niet meer, dus snel spring ik met m’n andere voet verder naar de overkant. Gelukkig doorstaat mijn schoen de waterdichtheidstest goed. En vrolijk dat ik deze hindernis heb overwonnen, loop ik verder. Het pad gaat omhoog een bos in. En dan eindelijk, aan de andere kant van de beboste heuvel, een baai verderop vind ik een cafe. Aan het strand van Silver Sands kan ik even bijtanken met een kop goeie koffie. Oké en een muffin.
Daarna volgt een mooi gedeelte van het kustpad. Het loopt pal langs het water met links een muur waar bomen en struiken achter groeien, die schaduw geven over het pad. Daar achter loopt het spoor. Gisteren had ik vanuit de trein al zitten kijken waar het kustpad was, want soms zag ik het wel op de kaart staan, maar kon ik hem niet zien. Waarschijnlijk omdat het pad strak tegen het spoor talud ligt. Op een gegeven moment gaat het zelfs met een tunneltje onder het spoor door.
Op het rustige stenen strandje dat ernaast ligt, wat verstopt achter de bomen, ga ik even zitten om stil te zijn. Dat wilde ik de hele dag al doen, maar er zijn steeds dingen die in mijn hoofd voorrang vragen: een alternatief pad onderzoeken, ergens lunchen, een cafe zoeken, uitrusten. Nu op dit stille plekje kan ik een meditatief moment houden. Ik lees in de Daily Prayer app Psalm 19. Het is een lyrische beschrijving hoe alles in de natuur wijst op Gods majesteit en aanwezigheid. De mare wordt doorgegeven, staat er. Net zoals de rollende klanken van de wulp over het water parelen, stel ik me voor. Er wordt niets gezegd, maar toch gaat de mare van Gods grootheid over de hele aarde; de zon rent langs het firmament om het door te geven aan de maan; de ruisende bomen fluisteren het in de oren van de vogels, die het uitzingen aan de dieren op het veld; en het water stroomt het voort naar de rollende golven van de zee. Het is een oneindig groot en machtig samenspel. Het is daarom ook, denk ik, dat mensen heling ontvangen, mentaal, maar ook fysiek, door in de natuur te zijn. Het is een gave van God en hij geeft het gratis weg. Iedereen mag ervan genieten. Er staat geen bordje ‘Private, KEEP OUT!’ in Gods tuin. En ja dan zullen mensen er soms een bende van maken of dingen kapot maken, toch blijft het aanbod er vrij gebruik van te mogen maken, staan. Dat ontroert me. En als ik even later verrast wordt door een waterval zomaar langs het pad, zie ik dat als symbool voor de uitbundige overvloed, die God mij en ons mensen elke dag aanbiedt.
Terug in Burntisland heb ik wel even genoeg asfalt gezien. Ik kijk omhoog naar de heuvel, the Binn, die als een soort beschermende rotswand achter het dorp ligt. Het lijkt me fantastisch om daar bovenop te staan. Even hoog boven alles uit te stijgen. Dus zoek ik een pad om de 190 meter naar boven te klimmen. Het voert door wat bossages omhoog. Zodra ik het bos uitkom en de glooiende velden met houtwallen en bosranden zich voor me uitstrekken, is het stil. De avondzon strijkt met zachte streken alle plooien glad en laat het groene gras extra oplichten. Hier en daar grazen dieren. De verstilde schoonheid ervan ontroert me. Bovenop the Binn is het uitzicht fantastisch. Ik begrijp wel waarom Jezus vaak alleen een berg opging om te bidden. Ver boven het gedruis van de wereld en de mensen is het zoveel makkelijker om geconcentreerd te in gesprek met God te zijn.
Op de top, terwijl ik mijn avondmaaltje eet, bedenk ik dat dit kustpad te tam is voor mij. Ik zoek toch meer uitdaging. Voor beginnende kustpad wandelaars, is het Fife Coastal Path een mooie kennismaking, maar niet voor mij. Maar ja, dan moet ik op zoek naar wat anders…
O en de kilometerstand staat vandaag op 22 km 😀!