Vliegende storm

Door een stormachtige noordenwind is het vandaag behoorlijk onstuimig langs de kust, maar ik doe het juist een beetje rustig aan. Door het vele stijgen en dalen van gisteren heb ik spierpijn gekregen in mijn bovenbenen (de afdaal spieren) en omdat de route vandaag hoofdzakelijk bergaf is, ga ik geen gekke dingen doen.

Paul zet me weer af langs het eenbaansweggetje naar Dowlaw, waar het kustpad van de weg afgaat door de akkers en weilanden. Het is 9 uur ’s ochtends en nog maar 6°C buiten. “De zee is warmer” merkt Paul droogjes op “die is nu (half september) op z’n warmst, wel 15°C! Dus je kan beter in de zee gaan liggen als je het warm wilt krijgen, haha.”

Zodra ik uitstap op de onbeschutte weg word ik meteen frontaal aangevallen door de ijskoude noordenwind. Ik doe snel mijn winddichte regenjas aan met de capuchon over m’n petje, zodat die niet wegwaait. De route loopt het eerste stuk een eind van de kuststrook af, hoog boven de velden. En voor een deel over een smal asfaltweggetje. Dat vind ik altijd wat saai, maar dan heb ik weer meer ruimte in mijn hoofd om te reflecteren over waar ik nu sta en waar ik heen wil, mentaal gezien dan.

Op een gegeven moment kom ik langs een ruïne van een kerk. Paul vertelde er onderweg al over en zei dat het zelfs een trouwlocatie is. Er zit niet eens een dak op en er groeit alleen maar gras en onkruid binnen de muren! Ongelofelijk. Ik ga er even ‘naar binnen’, want het is de eerste kerk die ik tijdens deze tocht überhaupt van binnen zie. Gelukkig geven de muren wat beschutting tegen de straffe wind. Vorig jaar tijdens mijn kustpad pelgrimage in Noordoost-Engeland was mijn streven om elke dag een kerk te bezoeken. Om daar tot rust te komen bij God, te mediteren en te bidden. Onder het motto ‘One church a day keeps the blues away’. Dat gaat deze keer niet lukken, de kerken die ik ben tegengekomen zaten of dicht of zakten van ellende bijna in elkaar. Maar ik vind het fijn dat ik nu toch in dit vervallen gebedshuis kan zijn. Daarom neem ik de tijd om het Engelse ochtendgebed uit te spreken (a.d.h.v. de Daily Prayer app van de Church of England). Daarna ga ik mentaal verfrist weer verder, maar fysiek ben ik behoorlijk verstijfd van het stilzitten in de kou.

Dichter bij zee, zie ik hoe metershoge golven stukslaan op de rotsen. Zelfs als ik helemaal terug kan kijken naar waar ik gisteren liep, zie ik de golven daar als in slow motion hoog opspatten tegen de kliffen. Echt spectaculair! Van zoveel natuurgeweld kan ik enorm genieten. Het brengt alles in beweging en prikkelt me, zodat ik aan den lijve ervaar dat ik leef. En het maakt dat ik me nietig voel in het grote geheel van de natuurkrachten. Wie ben ik nu helemaal? Dat gevoel wordt nog versterkt als ik bijna omver geblazen word of, wanneer de wind plots afneemt, bijna van een helling af kukel.

Cove Harbour (met op de achtergrond de kerncentrale)

Bij de verborgen haven van Cove blijf ik een tijdje staan kijken. Eeuwen geleden kon je er alleen via een uitgehakte tunnel komen. Inmiddels ook via een weg, maar het is een schattig klein haventje gebleven. We zijn hier jaren geleden ook met onze jongens geweest. Ik zie ze nog rondlopen over de drooggevallen grond naar de kademuur en erop klauteren en de oudste die bovenop de losstaande rots klimt. Mooie herinneringen! Ik ga er nu niet naartoe, want daar word ik alleen maar melancholisch van.

Rustig wandel ik verder naar Cockburnspath. Mensen die me zien lopen, denken waarschijnlijk dat ik iets aan mijn benen mankeer, want het lijkt ondertussen meer op waggelen dan wandelen.

Kerkje in Cockburnspath

In Cockburnspath (door de locals uitgesproken als Coburnspath) neemt het kerkbestuur natuurvriendelijk gebouwbeheer heel serieus, de planten groeien vrolijk op het (met grote platte tegels bedekte) dak en muren van de consistorie. Verder zit de deur natuurlijk op slot, want ’thieves beware’ staat op een stikker op de ruit. Omdat ik alweer 13 km heb gelopen neem ik van hieruit de bus naar Dunbar, waar mijn volgende overnachtingsadres is. Zo kan ik dan het kustgedeelte langs de kerncentrale overslaan, want dat vind ik zo’n afzichtelijk monster. Het is een kolos van een gebouw, dus mijn blik wordt er al van mijlenver naartoe getrokken, wat ik nogal deprimerend vind. Ik pik het kustpad morgen een stuk verderop wel weer op.

Haven van Dunbar

In Dunbar is de hevigheid van de storm in de haven goed zichtbaar. De golven slaan met ontembare kracht over de 4-5 meter hoge kademuren heen. Het is een fascinerend schouwspel. Gelukkig slaap ik vannacht in een stevig gebouw, want ik zou nu niet graag in een tent willen liggen (sowieso niet, maar nu al helemaal niet)!

Mooi stadje Dunbar

1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *