Dunstanburgh

Bij het ontbijt, dat door Alfie wordt klaargemaakt, praten we over onze achtergronden. Alfie vraagt over mijn thuis en werk. Dus vertel ik dat ik een man en zoon van 15 thuis heb en op het moment in between jobs ben. Dat klinkt beter dan gewoon plompverloren zeggen dat ik geen betaald werk heb. “Ah vandaar dat je nu deze wandeltocht maakt”, reageert hij. Alfie vertelt ook over een Nederlands echtpaar dat twintig jaar in hun straat heeft gewoond, maar vorig jaar noodgedwongen terug zijn gegaan naar Nederland vanwege de Brexit. “Echt zo zonde dat ze niet konden blijven. Ze hielden elk jaar de beste barbecue voor de hele straat!” We zitten al gauw een uur te praten. Maar ik moet nodig gaan wandelen!

Omdat ik had verteld dat het soms lastig is om accommodatie te vinden, bieden ze me aan, dat ik altijd nog een nacht bij hen kan verblijven. Ik zou met de bus weer terug kunnen gaan. Terwijl ik mijn regenpak aantrek omdat het regent, denk ik er even over na. Ik voel de neiging om ja te zeggen, het is ontzettend lief aangeboden en er is zo’n fijne, warme sfeer hier. Maar, het is precies zoals Janet zelf opmerkt: “Ik snap wel dat je liever vooruit gaat en niet terug, maar mocht je echt vast zitten, dan heb je ons telefoonnummer!” In de klamme warmte loop ik even later door de miezerregen. Janet heeft me nog uitgelegd hoe ik makkelijk terug naar de kust kan. Gewoon hun straat uitlopen en dan kom je er na anderhalve kilometer vanzelf. Zo hoef ik in elk geval niet over de doorgaande weg terug naar Boulmer.

Terug bij de kust in grijze miezer en ±18⁰ C

Vandaag loop ik naar Craster en verder, naar Dunstanburgh Castle, een afstand van zo’n 12, 13 kilometer. Dat zou wel een mijlpaal zijn, omdat ik het kasteel drie dagen geleden al heb zien liggen in de verte. Het weggetje is een sfeervol en smal met nauwelijks verkeer en veel groene heggen en bomen erlangs. En ook al regent het, ik voel me weer helemaal opgeladen. Halverwege staat een minibiebje van Books by the sea. Het ziet er heel uitnodigend uit om een boek mee te nemen, maar ja, dat is weer extra gewicht in m’n rugzak, dus houd ik me in. Later kom ik nog meer van die minibiebjes tegen, allemaal precies dezelfde schattige huisjes.

Little free library from Books by the sea

Lopend over het kustpad begint mijn linker been helaas al snel pijn te doen en ik heb het ontzettend warm! Er staat nauwelijks wind en de zee is tam. Ik had gister op het weerbericht gehoord dat het een graad of 18 zou worden vandaag. Het gaat al aardig die kant op vermoed ik en ook al heb ik een ademend regenpak, de binnenkant begint behoorlijk vochtig te worden. Zodra de regen mindert en verandert in een vochtige wolk, die om me heen blijft hangen, trek ik mijn regenbroek uit. Dat gaat niet zo makkelijk als je nergens kan zitten en alles nat is. Me vasthoudend aan een paaltje en met veel gestuntel en weinig elegantie lukt het. Gelukkig is het kustpad verlaten op deze weinig inspirerende dag, dus ach, wat maakt het uit.

Rotsen en uitgehakte boothaventje in Howick

Naarmate ik dichter bij Howick kom, wordt de kust rotsachtiger. Op het strand vol keien zijn mannen bezig om kokkels of mossels te rapen. Ook de natuurlijke, gedeeltelijk, uit de rotsen uitgehakte haven van Howick ziet er bijzonder uit. Op de kaart zie ik dat in Howick een kerkje en terwijl ik langs de weg loop, probeer ik hem te ontwaren, maar ik zie hem niet en ik voel me niet fit genoeg om in de miezer op onderzoek uit te gaan. Het is echt even doorbijten op dit stuk, niet omdat het niet mooi is, maar door het weer kijk ik toch minder om me heen. En elk pijntje lijkt meer door te dringen. Ook zijn er geen bankjes om even op bij te komen. Zo ben ik blijkbaar zomaar langs de mooie rotsformaties van Rumbling Kern gelopen – lees ik later – zonder het te zien.

Terugkijkend naar het badhuis van Earl Grey in de mist

Bij het badhuis van de vroegere Earl of Grey van het nabijgelegen Howick Hall sta ik toch even stil. Het ligt schitterend op een vooruit geschoven rotspunt. Ik zag het al van ver liggen en als ik er vlakbij ben, heb ik een geweldig uitzicht richting het Noorden naar de Dunstanburgh castle ruïne. De tweede graaf Grey – die van de Earl Grey thee – liet het badhuis bouwen voor zijn gezin van vijftien kinderen. Ik verheug me er vooral op dat ik straks langs Dunstanburgh castle kom. Het is echt indrukwekkend groot en strategisch gelegen.

Dichterbij Craster rijst een mooi, zwart klif loodrecht op van het stenen strand. Daar word ik blij van, als mijn pad wat meer de hoogte in gaat, dan kan ik verder weg kijken. En rotsen vind ik sowieso interessanter dan duinen. Misschien omdat we die in Nederland niet hebben, maar zeker ook, omdat je er bijzondere vogelsoorten tegen kunt komen, zoals zeekoeten en alken die in het voorjaar op de rotsrichels broeden. Ook de rotspoelen, die zich erbovenop kunnen vormen zijn leuk en soms net kleine aquaria.

Vissersdorpje Craster

Als ik in Craster kom, valt me op hoe leeg het dorp is. Terwijl er toch een actieve vissersvloot is en, te ruiken aan de doordringende lucht, een actieve visroker. Er staan veel vakantiehuisjes met een bord te huur. Omdat het een toeristisch dorpje is, is er ook een Tourist Information. Daar ga ik straks nog even langs, want ik heb een nieuwe wandelkaart nodig. Ik loop namelijk bijna van mijn huidige af. Maar eerst een bakkie koffie in het Shoreline café om even bij te komen. Ik moet lang wachten voor ik een plekje krijg. Niet dat het druk is, maar het personeel maakt zich wel heel druk, vanwege de coronamaatregelen waarschijnlijk. Binnen is het nog warmer dan buiten. Zelfs met alleen een T-shirtje aan heb ik het nog steeds warm. Sowieso is het erg broeierig, voor eind oktober. Daardoor heb ik duidelijk minder energie.

Dunstanburgh komt steeds dichterbij!

Op mijn stappenteller krijg ik de melding dat ik totaal al meer dan 100 kilometer heb gelopen! Ik kan het me bijna niet voorstellen. Ondanks dat het me regelmatig moeite kost om vooruit te komen, heb ik het toch maar gedaan. Het geeft een enorme boost aan mijn zelfvertrouwen. Blijkbaar kan ik doorzetten, ook als dingen tegenzitten, of niet helemaal lekker gaan. De laatste jaren had ik het beeld van mezelf, dat ik iemand ben, die snel opgeeft als het even tegenzit. Nu merk ik dat ik zeker door kan bijten. Als ik maar een zelfgekozen doel kan najagen en plezier heb in de bezigheid. Dat maakt alle verschil. Nu hoef ik alleen maar steeds de ene voet voor de andere te blijven zetten en blijkt, als ik achterom kijk dat ik heel ver kan komen.

Een wandelende tak 😉

Zodra ik het kantoortje van de toeristeninformatie binnenkom, vraag ik of er ergens mobiel bereik is in Craster, ik wil namelijk graag even met mijn zoon bellen. Het antwoord is een kort: “Nee”. De aardige vrouw achter de balie legt uit dat Craster in een voormalige quarry – een steengroeve – ligt, waardoor er nergens een mobiel signaal is. Dus wat betreft mobiele data is het afgesloten van de rest van de wereld. Je zou verwachten dat daar wel een oplossing voor te bedenken is, maar zover zijn ze nog niet in Craster. Ik vraag of ze een aantal B&B’s of een Inn weet waar ik vanavond zou kunnen overnachten. “B&B’s zijn er niet veel, maar ik heb hier wel een lijst met accommodaties in Craster, en verderop langs de kust.” Ze haalt een map uit de kast achter zich en geeft me twee vellen papier. Er staan allerlei Inns, hotels en B&B’s op,  compleet met websites, telefoonnummers, welk soort kamers er zijn en wat het ongeveer kost. Dat is nog eens handig! “Het is nu wel erg druk hoor”, waarschuwt ze, “dus je kunt eventueel ook een Inn verderop boeken en met de bus terug naar het kustpad. Kijk hier heb ik de busdienstregelingen voor je. En heb je het boekje van het kustpad ook?” Ze loopt alweer naar de kast achter haar. “Nee het boekje heb ik niet, maar ik loop met een kaart, daar staat het kustpad op aangegeven. Ik heb trouwens wel een nieuwe kaart nodig.” Ze wijst me aan waar ze staan en vraagt waar ik naartoe wil lopen. “In elk geval naar Holy Island”, zeg ik “daarna zie ik wel of ik nog verder ga.” “Nou, als je op Holy Island wilt overnachten, heb je geen schijn van kans, daar zit alles helemaal vol,” is haar reactie. Dat is goed om te weten. Ze laat me ook nog dienstregelingen zien van de bus naar Holy Island, want die rijdt alleen bij laag tij. Ik koop een nieuwe wandelkaart en bedank haar hartelijk terwijl ik naar buiten loop. Ik ga het straks allemaal rustig bestuderen zodra ik uit deze blinde netwerkvlek ben. Met alle informatie op zak, ga ik weer vol vertrouwen verder.

Vanaf de Tourist info loop ik naar de haven. Het is echt een typisch oud Engels haventje: natuurstenen huisjes op de kade, kleurige vissersbootjes op het drooggevallen zand, bolders op de kant en een paar bankjes om van het tafereel te genieten. Deze keer loop ik door. Een paar jaar terug zijn we hier met ons gezin geweest en naar de ruïne van Dunstanburgh Castle gewandeld, wat een populaire toeristenattractie is en qua oppervlak een van de grootste kastelen van Northumberland. Dit wordt het eerste stukje kustpad  dat ik al eerder heb gelopen. Het is prachtig om geleidelijk aan steeds hoger en dichter naar de imposante kasteelruïne te lopen. Als ik er bijna ben, wil ik rechts om het kasteel heen lopen, tussen de zee en het kasteel door. Ik heb daar net wat mensen zien lopen, dus dat zou moeten lukken. Maar als ik bij het kasteel aankom, breekt het pad abrupt af in een steile afgrond van zo’n twintig meter diep. Gelukkig staat er een hekje, je zal maar net op je mobiel zitten te kijken. Er zit niks anders op dan helemaal links om het kasteel heen te lopen. Zo heb ik wel de mogeljikheid om het imposante poortgebouw van dichtbij bewonderen. Aan de andere kant zie ik hoe het kasteel hoog op de kliffen staat. Dat zal in zijn hoogtijdagen een machtige indruk hebben gemaakt.

Ten noorden van Dunstanburgh ligt een golfbaan. Het kustpad stuurt me langs de westkant van de golfbaan. Ik kan eventueel langs de zee blijven lopen, maar ik wil straks van het kustpad afslaan richting Embleton, om daar de Holy Trinity kerk te bezoeken. Ik wil de afslag straks niet missen of de golfbaan moeten oversteken, met het gevaar een vliegende bal tegen mijn hoofd te krijgen. Daarom blijf ik het officiële pad volgen aan de landkant van de golfbaan. De vochtige warmte hangt zwaar tussen de struiken en bomen en ik voel het zweet in straaltjes over mijn rug lopen. Helaas is er nergens een plekje waar ik even kan uitrusten. En het lijkt me niet verstandigop het keurig geschoren gras van de golfbaan te gaan zitten. Het pad loopt verder door de duinen en na een tijdje kom ik bij een bruggetje over een stroompje waar ik eindelijk even kan gaan zitten. De kerk van Embleton stond op de banner in de St. Lawrence in Warkworth, dus hij zal zeker open zijn. En ik wil proberen om in het Dunstanburgh Castle hotel een eenpersoonskamer te krijgen. Er is weinig andere accommodatie in dit kleine dorpje van vier straten. Mocht het hotel vol zitten, dan kan ik altijd nog de bus nemen om verder naar Seahouses te gaan, of terug naar mijn vorige B&B.

Weggetje naar Embleton de volgende ochtend

Ook al is het maar een kilometer van het strand naar Embleton, de asfaltweg gaat bergop en het lopen moeizaam. Ik heb last van de warmte en mijn pijnlijke been, maar met mijn wandelstok en een beetje doorbijten kom ik er.

“Hebben jullie nog een eenpersoonskamer voor vannacht voor een vermoeide wandelaar?” vraag ik bij de receptie van het hotel. De man achter de balie glimlacht en kijkt op zijn computer “Ik zal eens kijken.” “Nee, helaas geen eenpersoonskamer, wel een dubbel. We zitten verder helemaal vol.” Hij kijkt me aan “Ik kan je wat korting geven.” Hij doet me een redelijk aanbod en omdat ik moe ben en liefst geen stap verder wil verzetten, accepteer ik het. “Waar kom je vandaan?” vraagt hij. “Vandaag ben ik van Boulmer komen lopen, maar oorspronkelijk uit Nederland. Ik loop het kustpad en ben vorige week in Newcastle begonnen.” “Wat leuk! Ik woon in Boulmer en het kustgedeelte tussen Boulmer en Craster vind ik het mooiste van Northumberland. Welk deel vind jij het mooiste?” vraagt hij. Daar moet ik even over nadenken. Eerlijk gezegd heb ik het stukje tot Craster niet heel bewust gelopen. “Ik houd sowieso van rotsachtige kusten, zoals bij Newbiggin point, of Seaton Sluice. En Warkworth vind ik het leukste stadje.” “En tot waar wil je gaan lopen? Helemaal naar de grens met Schotland?” lacht hij. “Dat weet ik nog niet precies”, antwoord ik “in elk geval naar Holy Island.” “O, dan is het is verstandig om je accommodatie van te voren te boeken,” waarschuwt hij “het is namelijk erg druk. Ons hotel in Bamburgh – wat verder naar het noorden – zit al helemaal vol.” Hij geeft me de sleutel van de kamer. Die ligt helemaal, twee trappen op, drie gangen door, achterin het hotel. Daar aangekomen gooi meteen mijn rugzak op de grond, trek mijn warme broek uit, steek mijn hoofd onder de kraan, zet thee voor wat extra vocht en stort neer.

Holy Trinity Church, Embleton

Nadat ik ben opgefrist en wat bijgekomen ga ik het dorpje in om Holy Trinity Church op te zoeken. De kerk met gotische ramen en sierlijke toren met kantelen staat in een ruim, netjes bijgehouden kerkhof met oude verweerde grafstenen. Hij is verrassend ruim van binnen, zij het wat donker, maar met mooie glas-in-loodramen. Achterin is een metalen wenteltrap naar de toren, er hangt een dik koord naast om de bel te luiden. Beter maar vanaf blijven. Zachtjes loop ik de kerk door en laat de vredige atmosfeer op me inwerken als ik voorin ga zitten en kniel om te bidden. Ook zing ik het lied All people that on earth do dwell (psalm 100 op de wijs van psalm 134). Met name het vierde couplet ontroert me vaak:

For why, the Lord our God is good;
His mercy is forever sure;
His truth at all times firmly stood,
And shall from age to age endure.

Het troost me, dat Gods genade en trouw altijd zullen blijven bestaan en er ook voor de nieuwe generaties zal zijn. Voor mijn kinderen, die ik zelf het geloof niet kan geven, maar waarvan ik geloof dat God hen vasthoudt in zijn liefde en genade. Maar ook nu tijdens mijn pelgrimage zijn er zoveel dingen waarin ik Gods goedheid en trouw opmerk. Tranen van dankbaarheid stromen over mijn wangen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *