De lach die vanmorgen op mijn gezicht verschijnt, is er de hele dag niet vanaf te krijgen. Ik ga door met mijn pelgrimage, yes! Mijn overtocht kan ik omboeken naar een week later. Ook al is de lucht grijs en het weer niet erg uitnodigend voor een wandeltocht, toch loop ik blij de middeleeuwse brug in Warkworth over om daarna rechtsaf te slaan richting het kustpad. De heuvel over richting het strand, de golfbaan en de zee om mijn wandeling over het kustpad te vervolgen.
Aan het eind van de weg is een splitsing, waar niet duidelijk is welke kant het NC opgaat. Er staat geen richtingaanwijzer, dus pak ik de kaart erbij. Er komt een vrouw aangelopen met een hond. “Kun je het vinden?” vraagt ze. “Ik zoek het kustpad, maar ik zie geen bordjes staan. Volgens de kaart…” Ze laat een minachtend geluid horen. “Bordjes! Daar kun je niet op vertrouwen hier, waardeloos! En stop die kaart ook maar weg. Ik wijs je de weg, loop maar met mij mee.” Dus loop ik een eindje met haar op naar het strand. We praten wat over honden en waar ik vandaan kom. Ze complimenteert mijn Engelse taalgebruik, wat ik meteen afwimpel door te wijzen op mijn Nederlandse accent. “Nou jullie spreken tenminste helder en duidelijk, dat kun je van de mensen hier lang niet altijd zeggen” reageert ze. Eerlijk gezegd moet ik haar wel gelijk geven, al is het een beetje pijnlijk. Ik heb geregeld moeite om de locals te verstaan, zo’n zwaar accent hebben ze. Ik vertel haar verder over mijn tocht, waar ze erg in geïnteresseerd is. Als we zijn aangekomen bij het punt waar het kustpad weer zichtbaar is, wijst ze: “Die kant moet je op. En ik zal je mijn telefoonnummer geven. Ik ben Diana. Als je ergens vast komt te zitten en geen accommodatie vindt, kom ik je met de auto ophalen en breng je naar een B&B. Ik woon in Alnwick, dus dit kustgedeelte is goed bereikbaar voor mij.” Wow, wat een hartelijk aanbod! Ik ben er gewoon ontroerd van. Met nieuwe energie vervolg ik mijn weg door de duinen langs de Warkworth golfclub.
Ik moet lachen om het bordje dat langs het pad staat Please take care. Danger of flying golf balls. Oppassen dus dat ik niet geraakt wordt door een vliegende golfbal. Ik app mijn vriendin in Nederland en grap dat als ze niks meer van me hoort, ik waarschijnlijk geraakt ben door een vliegende bal. Vandaag zal ik veel door zandduinen lopen, met als doel Church Hill, een hoog duin met een kruis er bovenop aan de monding van de rivier de Aln tegenover Alnmouth. Na de golfbaan volgt een wat uitgewoond stacaravan parkje. Twee dames met statieven op de schouder en verrekijkers om de hals kruisen mijn pad. “Zijn jullie naar iets bijzonders op zoek?” vraag ik. “Ja, zeker! In dit gebied is een shorlok gesignaleerd en we hopen er een glimp van op te vangen.” “O, wat spannend! Ik heb nog nooit van een shorlok gehoord.” “Gisteren waren we hier ook al, maar toen hebben we hem niet gezien. Vandaag is onze laatste kans. Vanavond moeten we weer terug.” reageren ze, terwijl ze langzaam verder lopen, gefocust op elk detail of bijzonder geluid. Terwijl ik verwoed op mijn mobiel zoek wat een shorlok eigenlijk is, staan ze opeens vol ingehouden opwinding stil: “Daar! Is dat er één?! Daar midden op het pad!” Behendig zetten ze hun statieven met telescoop neer. “Ja, het is een shorlok! Hij zit er, o wat is hij mooi!” Ze staan bijna te dansen achter hun telescopen.
Ondertussen heb ik mijn verrekijker uit mijn rugzak gevist en probeer erachter te komen wat voor vogel een shorlok is. Ik ken aardig wat vogels bij hun Engelse naam, maar deze zegt me niks. Door mijn verrekijker zie ik een lichtbruin vogeltje met mooie zachtgele banen op zijn koppie en een zwarte streep. “Is het geen cirlgors of een sijsje?” vraag ik. “Nee, nee, deze is veel zeldzamer.” Ik vraag hun de naam te spellen, terwijl ik het intyp. “Shore as in coast” zegt de ene. “Aha shore, ja natuurlijk, logisch” “En lok wordt gespeld als: l. a. r. k.” “O, een Lark!” Een leeuwerik. Met andere woorden: een shorelark – een strandleeuwerik. We zijn eruit, over onduidelijk Engels gesproken. Ondertussen wordt iedereen op het pad tegengehouden. Verder op het pad loopt de echtgenoot van een van de vogelaars. Hij maakt foto’s en houdt de mensen tegen aan de andere kant van de strandleeuwerik. Ik bewonder het vogeltje door mijn verrekijker. Hij hipt rustig, zich van geen opwinding bewust, over het pad. Na een minuut of tien vliegt hij weg en slaken de vogelaars een zucht van ontlading. Ze zijn heel blij dat hun zoektocht is geslaagd en dat ze even hebben kunnen genieten van hun vondst. Ik vind het leuk dat ik onverwachts ook eens een bijzonder vogeltje heb gezien en een nieuwe vogelnaam heb geleerd.
Een aantal jaar geleden heb ik de cursus Natuurgids bij het Instituut voor Natuureducatie gevolgd en ben ik natuurgids geworden. Vandaar dat ik altijd geïnteresseerd ben om iets nieuws te ontdekken in de natuur en heb ik vaak mijn verrekijker bij me. Ook nu ben ik steeds gespitst op vogels of andere dieren die ik om me heen zie of hoor, en mooie bomen, bloemen of vlinders. Thuis loop ik graag met mensen door de natuur om ze op details te wijzen of gewoon te genieten van wat er te horen, ruiken, voelen en zien is. Af en toe organiseer ik stiltewandelingen, maar helaas is dat, door corona allemaal stil komen te liggen.
In de verte kan ik met mijn verrekijker een beetje landinwaarts op een duin een kruis zien staan. Dat zal Church Hill zijn. Ik heb die plek als eerste doel van mijn pelgrimage gekozen, omdat het een ancient place of worship is. Een plek waar God al eeuwenlang wordt aanbeden. Ik houd van de notie dat het geloof al vele generaties doorgegeven wordt. Dat vind ik bijzonder om te ervaren, omdat het geloof tegenwoordig zeker niet meer vanzelfsprekend is. Mijn oudste zoon is agnost en mijn tweede zoon geeft zijn geloof in God op een andere manier vorm. Daarom vind ik het belangrijk, dat er in de kerk naar jongeren geluisterd wordt; dat ze de ruimte krijgen om hun geloof op een eigen manier vorm te geven. Ik respecteer de keuze van mijn zoon. Maar het raakt me toch, dat mijn kind een andere weg gaat. Diep in mijn hart voel ik dat zijn leven een basis mist. Ik gun hem een anker, zeker als hij door een moeilijke periode in zijn leven gaat. Ieder mens is tenslotte ten diepste alleen, waarvan ik geloof dat God de enige is, die die eenzame leegte kan vullen met Zijn liefdevolle aanwezigheid.
“Missie volbracht!” zeg ik zachtjes als ik bovenop de zandheuvel van Church Hill het kruis aanraak. Ook al is het grijs en miezerig weer, toch voelt het heel speciaal om hier te zijn. Er ligt een stenen plaquette aan de voet van het kruis. Door erosie is de inscriptie ‘Cuthbert 684 AD’ nauwelijks leesbaar. Cuthbert, een van de eerste monniken die in Northumberland het christelijke geloof bracht, heeft hier meer dan 1300 jaar geleden een plek gecreëerd en een kerkje gebouwd om de God van de Bijbel te aanbidden. Ik ga er even bij zitten en dank God dat ik deze plek heb bereikt en bid op deze eeuwenoude gebedsplaats speciaal voor de nieuwe generatie gelovigen. Ik bid om openheid en harten die luisteren naar hen en Gods stem; om de leiding van Gods Geest, dat we geen struikelblok zullen vormen. Ik zing ook een paar hymns, wat soms ook gezongen gebeden zijn. Maar ik vind het lastig om me hier buiten te concentreren, alleen al omdat er steeds mensen de heuvel op en af komen. Je hebt vanaf hier namelijk een prachtig uitzicht op Alnmouth, dat een paar honderd meter naar het noorden, aan de overkant van de Aln ligt.
Vroeger waren Church Hill met het kerkje erop en Alnmouth nog door een duin en weg met elkaar verbonden. Maar een hevige storm heeft in de 19de eeuw de loop van de rivier de Aln verandert, waardoor hij tussen het dorp en de kerkheuvel kwam te liggen. Nu wordt de heuvel aan de noordkant begrensd door de Aln, in het westen en zuiden omgeven door kwelders en aan de oostkant liggen duinen en de zee. Om in Alnmouth te komen, moet ik 5 kilometer om de kwelderdelta heenlopen. Daar is namelijk pas een brug over de Aln.
Onderweg kom ik nog wat mensen tegen, waaronder een man, die vraagt hoe hij bij Church Hill kan komen. Hij komt al jaren in Alnmouth en kijkt altijd van de overkant van de rivier naar de heuvel met het kruis, maar het was er nog nooit van gekomen om ernaartoe te lopen. En ook al is het weer niet al te best, vandaag moet het gebeuren. Op de kruising met de autoweg, waar ik rechtsaf moet, staat een vrouw te wachten. “Ja, ik wacht hier op mijn man” zegt ze plompverloren, “die loopt altijd zo langzaam.“ Ik kijk achterom en zie de man, die ik net heb ingehaald, moeizaam omhoog richting de weg lopen. “Ach iedereen heeft zijn eigen tempo hè” zeg ik. “Ja, maar als je niet doorloopt en je hart flink laat pompen, heeft het geen effect voor je gezondheid,” reageert ze. Daar ben ik het niet mee eens, dus zo beleefd mogelijk probeer ik: “Wandelen is altijd goed voor je, of je nu snel of langzaam loopt.” Later in Alnmouth, kom ik de wat oudere man weer tegen op een bankje langs de straat. Ik herken hem eerst niet, maar hij mij wel en hij spreekt me aan: “Ja, je zult wel denken, zit hij hier weer, maar ik heb zo’n last van jicht zie je, dus ik kan niet zo hard en mijn vrouw loopt graag stevig door, vandaar” hij maakt een verontschuldigend gebaar. “Nou, dan vind ik het al knap dat u überhaupt zo’n eind gelopen hebt,” zeg ik, “ongeacht de snelheid.”
Tijdens mijn lunch in de ‘Hope & Anchor’ boek ik alvast telefonisch een B&B adresje in Longhoughton, vlakbij Boulmer. Ik zou in de friary in Alnmouth kunnen overnachten, maar ik voel me zo bruisen van de energie dat ik graag verder wil lopen. Ik moet alleen wel wat cash pinnen, want de B&B heeft geen pinapparaat. De ober schudt zijn hoofd als ik hem vraag of er een pinautomaat in de buurt is, “Nee er is hier geen cashmachine.” Een oud mannetje heeft mijn vraag gehoord en reageert: “Bij de postoffice kun je wel cash halen”. Het postkantoortje verderop in de straat is eigenlijk een miniwinkeltje van twee bij twee meter. Met een rugzak op je rug kun je er nauwelijks in keren, zo klein en zo vol met allerlei etenswaren staat het. De toonbank is meteen postkantoor. Ik vraag of ik geld kan opnemen en pak mijn bankpas. “Ja hoor, dat kan,” zegt de postvrouw. Maar het werkt niet. Ze bekijkt mijn pasje. “Het komt omdat u een buitenlandse bankpas hebt”. “Dat klopt”, zeg ik “maar in de winkels werkt mijn pasje wel. Kan ik dan misschien extra geld terug krijgen als ik wat koop?” “Nee dat kan niet, want daarvoor is het postloket bedoeld.” “Ja, maar dat werkt niet met mijn pas.” “Nee, maar toch kun je geen extra geld krijgen, want het zijn twee gescheiden systemen.” Ondertussen is er een jonge man binnengekomen, daarmee is de winkel vol. Ik pak nog wat fruit en een broodje en leg die op de toonbank om te betalen. “Ik heb de cash nodig voor mijn volgende B&B adres.” Probeer ik nogmaals, een beetje gefrustreerd in een poging bij de dame achter de kassa, wat compassie te wekken. “Je kunt in Amble wel pinnen.” Zegt de man die net binnen kwam. “Ja, maar daar kom ik net vandaan, ik ga naar het noorden! Ik ben aan het wandelen en mijn volgende stop is Longhoughton.” O, daar heb je een grote Co-op met achterin een cashmachine. Daar kun je wel geld uit de muur krijgen” vertelt de man. “O echt? Dat zou super zijn zeg!” reageer ik blij en betaal mijn boodschappen met mijn pinpas. Opgelucht stap ik het benauwde winkeltje uit en loop vrolijk verder langs de golfbaan van Alnmouth.
Omdat er een wat eentonig stukje kustpad volgt, denk ik na over wat ik vanmorgen in de Bijbel las, over de vrouw bij de Jacobsbron in Sichar. De vrouw vraagt waar God aanbeden moet worden: op hun heilige berg of in Jeruzalem? Jezus antwoordt dan in Johannes 4 vers 23 “Er komt een tijd, (…) dat wie de Vader echt aanbidt, Hem aanbidt in geest en in waarheid. De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden, want God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen in geest en in waarheid.” Die woorden in Geest en in waarheid blijven haken. Dit Bijbelgedeelte en tekst raakt me, omdat het gaat over plekken waar je God kunt aanbidden. Wij doen dat over het algemeen in kerken en ik houd van oude kerkgebouwen. Ik zou het ontzettend zonde vinden als er steeds meer kerken dicht gaan of gesloopt worden. Maar het is nog maar de vraag of een volgende generatie die kerkdeuren open kan houden. Het kost veel geld en zal er nog een plaatselijke gemeenschap zijn die het op kan brengen? Dus wat houdt in Geest en waarheid allemaal in? In elk geval: overal, het maakt niet uit waar. God is niet meer aan een plaats gebonden, we kunnen hem overal aanbidden, ook hier, buiten bij de zee. Dat is heel laagdrempelig. Je hoeft als het ware alleen maar je hart op God te richten en je kunt contact maken. Je hoeft niet eens te praten. Onze geest verbonden aan Gods Geest, hoe bijzonder en tegelijk onvoorstelbaar. We hoeven bij wijze van spreken niet eens die fysieke vinger van Michelangelo uit te strekken naar God toe. In waarheid heeft iets in zich van echtheid en oprecht zijn. Je hoeft jezelf niet anders of mooier voor te doen dan je bent. Kom maar zoals je bent, als in de naakte waarheid. Maar het heeft ook te maken met de waarheid van God, denk ik. Hoe dan ook, duidelijk is wel dat onze kerkgebouwen niet per se de plek zijn, waar God aanbeden kan worden. Dat schept ook ruimte.
Terwijl ik zo loop te filosoferen, begint de zon te schijnen en komt Boulmer in zicht. Wat een pittoreske aanblik heeft dit nog actieve vissersdorpje. De boten liggen hoog opgetrokken op de kust te schitteren in de zon. Op de parkeerplaats aan de rand van het dorp zie ik een typisch Engels fenomeen: je parkeert je auto met de neus naar de zee en gaat vervolgens je krantje lezen, of je lunch opeten, of gewoon voor je uit zitten staren. In de auto. Het kan, maar ik kies toch liever voor een frisse neus en de wind door mijn haren.
Ik begin me vermoeid te voelen, maar heb er dan ook al ruim 15 kilometer opzitten. Dus rust ik even uit bij de Fishing Boat Inn (closed on mondays helaas!). Voordat ik mijn tanden op elkaar zet voor de laatste 3 kilometer over de lange rechte weg landinwaarts naar Longhoughton. En ook al houdt mijn linkerbeen me weer bezig, toch houd ik de moed erin en ben ik blij met het zonnetje.
Zodra ik de dorpsstraat van Longhoughton bereik, zie links van de weg het kerkje van St. Peter & Paul staan. Als ik binnenkom ben ik op slag mijn vermoeidheid en pijn vergeten. Het is er donker, want het oude kerkje heeft smalle raampjes. Ik snuif de stoffige geur op die door de tien eeuwen oude muren worden vrijgegeven. Het altaar is eenvoudig met een mooi wandkleed met de tekens Alpha en Omega erop. Ik kniel neer en bid. Ik raak al snel de diepe, gevoelige snaren van mijn hart en laat de tranen in stilte stromen. Als er een andere bezoeker binnenkomt, ga ik weer naar buiten. Ik voel me vaak snel ongemakkelijk als er andere mensen de kerk in komen, dat is nog wel een dingetje, om dan ook mezelf te durven zijn. Chestnut Tree B&B is makkelijk te vinden in de straat tegenover de kerk. Daar word ik hartelijk ontvangen door Janet en Alfie. Het voelt als binnenkomen in een warm bad. Janet legt me het een en ander uit en ze nodigt me uit voor thee met cake als ik me op mijn kamer heb geïnstalleerd. Het is echt zo’n ouderwets gezellige B&B, met van die hoge springveer bedden. I love it!
In de woonkamer krijg ik thee met door Janet gebakken overheerlijke lemoncakejes, de open haard brandt. Eigenlijk is het helemaal niet koud buiten, zo rond de 15 graden, dus binnen is het daardoor erg warm. “Ja, we houden van warmte en de gezelligheid van een haardvuur”, zegt Alfie terwijl hij in een T-shirtje en korte broek rondloopt. Ze zijn net een maandje terug van een half jaar in Spanje, waar ze ook een huis hebben. Dat verklaart wat. Janet en Alfie moeten nog boodschappen halen en ik ga naar de Co-op. Die is, zoals alles in dit kleine dorpje, niet ver. Het is een redelijk formaat winkel met twee gangen van een meter of vijftien, maar om hem nu groot te noemen, zoals de man in het postkantoortje in Alnmouth zei, is wat anders. Het is maar waar je het mee vergelijkt natuurlijk. Maar hij had gelukkig wel gelijk: er is een cashmachine. Ik pin meteen wat extra, voor de bus, waar ik alleen cash kan betalen en ook voor de kerken, die ik bezoek. Hoewel je in sommige kerken tegenwoordig ook digitaal een donatie kan doen, heel handig!
’s Avonds voel ik me helemaal gelukkig in het zachte bed. Het herinnert me aan de goede oude tijd dat ik als kind op vakantie in precies zo’n bed lag in net zo’n warme en gezellige B&B. Voor ik in slaap val, bedenk ik me, dat nu ik verder ga lopen, ik wel wat dingetjes zal moeten kopen, waarvoor ik op verbruik van een week had gerekend. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat dat goed komt. Tot nu toe is het steeds goed gekomen als ik iets nodig had. Daarmee is mijn vertrouwen met sprongen gegroeid. Vertrouwen op God, in mezelf en in de goedheid en hulpvaardigheid van mensen. Wat is er mooier dan dat te kunnen ervaren?!